-
1 wel te moee zijn
гл. -
2 wel te pas zijn
гл.общ. быть здоровым -
3 wel ter been zijn
гл.общ. быть хорошим ходоком -
4 wel zo verstandig zijn iets te laten
wel zo verstandig zijn iets te latenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wel zo verstandig zijn iets te laten
-
5 wel/goed geteld zijn er dertig
wel/goed geteld zijn er dertigVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wel/goed geteld zijn er dertig
-
6 de onderneming bleek wel rendabel te zijn
de onderneming bleek wel rendabel te zijnDeens-Russisch woordenboek > de onderneming bleek wel rendabel te zijn
-
7 hij weet wel raad met zijn geld
hij weet wel raad met zijn geldDeens-Russisch woordenboek > hij weet wel raad met zijn geld
-
8 hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn
hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijnil lui arrive de rester chez lui, le soirDeens-Russisch woordenboek > hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn
-
9 zij lijken wel broers, het zijn net broers
zij lijken wel broers, het zijn net broersDeens-Russisch woordenboek > zij lijken wel broers, het zijn net broers
-
10 daar zullen wel liefhebbers voor zijn
daar zullen wel liefhebbers voor zijnthere are sure to be candidates/ 〈 ook figuurlijk〉 customers for thatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar zullen wel liefhebbers voor zijn
-
11 de onderneming bleek wel rendabel te zijn
de onderneming bleek wel rendabel te zijnthe venture appeared to be profitable/be making moneyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de onderneming bleek wel rendabel te zijn
-
12 hij weet wel raad met zijn geld
hij weet wel raad met zijn geldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij weet wel raad met zijn geld
-
13 hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn
hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn
-
14 hij zal het wel niet geweest zijn
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zal het wel niet geweest zijn
-
15 hij zal nu wel gauw hier zijn
hij zal nu wel gauw hier zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zal nu wel gauw hier zijn
-
16 wel
wel1I 〈de〉II 〈 het〉1 [het goede] welfare, well-being♦voorbeelden:'s levens wel en wee • the vicissitudes of life————————wel2I 〈 bijwoord〉1 [om een bevestiging uit te drukken] 〈zie voorbeelden 1〉2 [om een ontkenning tegen te spreken] 〈zie voorbeelden 2〉3 [goed, juist] well4 [nogal] rather, quite5 [vermoedelijk] probably6 [weliswaar] 〈zie voorbeelden 6〉7 [om bereidwilligheid uit te drukken] 〈zie voorbeelden 7〉8 [ter geruststelling] 〈zie voorbeelden 8〉9 [ter vermaning] 〈zie voorbeelden 9〉10 [om aan te duiden dat er sprake is van een grote hoeveelheid] 〈 met enkelvoud〉 as much as; 〈 met meervoud〉 as many as; 〈 met bijwoord van frequentie〉 as often as11 [minstens] at least, just as15 [in verbinding met ‘en’, na een bijvoeglijk naamwoord] [helemaal] completely, all16 [na een zelfstandig naamwoord; om aan te geven dat de genoemde zaak of persoon ongewone kenmerken heeft] quite (a)♦voorbeelden:1 ik heb je wel gezien! • I saw you!heeft hij het wel gedaan? • did he really do it?hij komt wel • he will come (all right)dat mag wel • that's all right/allowedhij moet wel • he's got tokom jij? misschien wel! • will you come?, I might!ik geloof van wel • I think sohij zegt van wel! • he says yes, he has/will/can 〈enz.〉‘ik doe het niet’, ‘je doet het wel!’ • ‘I won't do it’, ‘oh yes you will!’jij wil niet? ik wel! • you don't want to? well I do!wat deed hij dan wel? • what díd he do, then?meer wel dan niet • more often than notliever wel dan niet • as soon as notniet(es)! wél(les) • 〈 Brits-Engels〉 'tisn't! 'tis!; 〈 Amerikaans-Engels〉 it isn't, it is so/too!; 〈 afhankelijk van werkwoord in voorafgaande zin〉 didn't! did!als hij het niet weet, wie dan wel? • if he doesn't know, who does?als ik me wel herinner • if I remember correctlyen (dat) nog wel op zondag • and on a Sunday, too!‘hoe is het ermee?’ ‘het gaat wel’ • ‘how are you?’ ‘all right’ik mag haar wel • I rather like herik mag dat wel • I quite like thathet kan er wel mee door • it'll dodat zal wel niet • I suppose notje zult wel denken • what will you think?we kunnen nu wel zeggen dat hij de winnaar is • we can assume he's the winnerhij zal het wel niet geweest zijn • I don't think it was himdat kan wel (zijn) • that may be (so)hij zal nu wel in bed liggen • he'll be in bed by now6 dat is wel juist, maar … • true enough, but …Jaap heeft het wel gezegd, maar … • Jaap did say so, but …dát wel • granted, agreedlaat maar, ik ga wel/ik doe het wel • never mind, I'll go/I'll do it8 maak je maar geen zorgen, hij redt zich wel • don't worry, he'll managehet gaat wel weer over • it'll passweet je wel wat dat kost! • do you know what it costs!wil je wel eens luisteren! • will you just listen (to me)!Piet is wel 10 kilo afgevallen • Piet must have lost a good 10 kiloswat moet dat wel niet kosten • I hate to think what that costswel twee keer per week • as often as twice a weekdat is wel zo makkelijk • it would be a lot easier that wayhet lijkt me wel zo verstandig • it seems sensible to mewel een week later • a full week laterdat heb ik wel gezegd • I told you so (didn't I?)dat zeggen er wel meer • they all say that13 wat zullen de mensen er wel van zeggen? • what'll people say?14 och, ik mag hem wel • oh, I think he's all righthij weet wel degelijk dat … • he knows very well that …je kent Piet toch wel? • you know Piet, don't you?je hebt het toch wel vaker gedaan? • surely you've done that before16 hij is me de bedrijfsleider wel • he calls himself a manager?dat was me het dagje wel • that was quite a daydat komt wel eens voor • it happens at timesheb je wel eens Japans gegeten? • have you ever eaten Japanese food?enkelen, en wel de rijksten, … • a few, (namely) the richest, …het kan niet, en wel omdat … • it's not possible, (and that) because …II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [formeel] [gezond] well♦voorbeelden:————————wel31 [met betrekking tot een vraag] well2 [met betrekking tot verwondering] well, why♦voorbeelden:1 ik kon mijn les niet leren, jij wel? • I couldn't do my lessons, could you?wel? wat zeg je daarvan? • well? what do you say to that?wel? hoe denk jij erover? • so/well? how about it?2 wel allemachtig! • well I'll be blowed!wel, wel! • well, well!; 〈 misprijzend ook〉 tut tut!wel, wel, wie hebben we daar! Jantje Smit! • (why) if it isn't John Smith!¶ wel nee! • of course not!wel ja! • yes of course!; 〈 ironisch〉 come off it! -
17 zijn lol wel op kunnen
zijn lol wel op kunnen -
18 zijn portie wel gehad hebben
zijn portie wel gehad hebben -
19 zijn pret wel op kunnen
-
20 zijn tong wel kunnen afbijten
zijn tong wel kunnen afbijten
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haar — 1. An einem Haar zieht man mich hin, wo ich gern bin. – Körte, 2504. 2. Auch ein Haar hat seinen Schatten. – Eiselein, 266; Simrock, 4151. Böhm.: I vlas má svůj stín. (Čelakovsky, 284.) Lat.: Etiam capillus unus habet umbram suam. (Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kaufmann — 1. De erste Kâpmann de beste. (Hannover.) – Schambach, I, 331. 2. De Kôpmann seggt: Was wollen Sie haben (sich holen)? Der Prêster seggt: Was bringen Sie ? (Pommern.) 3. Den Kaufmann erkennt man an seiner Waare. It.: Si conosce il mercante dalla… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liver turcx dan paus — « Médaille de gueux » en forme de croissant datant de la révolte des gueux contre les Espagnols, et portant le slogan « Liver turcx dan paus » (« Plutôt les Turcs que les papistes ») … Wikipédia en Français
Schmied — 1. Bann (wenn) e Schmid verdörbt, soll me n schloen, dass e störbt. (Meiningen.) – Frommann, II, 408, 22. 2. Bei em Schmitt hängd zicklich de Döhr en einem Turre. (Köln.) – Weyden, III, 12. 3. Bei ne Schmedt hengt gau (schnell) de Dör ên ne Tur… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bedienen — 1. Besser bedient werden, als dienen. – Simrock, 869; Eiselein, 63. 2. Wer wohl bedient sein will, bediene sich selbst. It.: Se vuoi esser ben servito, serviti da te stesso. (Pazzaglia, 332.) [Zusätze und Ergänzungen] zu 2. Frz.: Le mieux servi n … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pferd — (s. ⇨ Ross). 1. A blind Ferd trefft gleich (gerade) in Grüb herein. (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. Alte Pferde achten der Peitsche nicht. Lat.: Psittacus senex ferulam negligit. (Gaal, 926.) 3. Alte Pferde gehen nicht durch. Holl.: Het hollen is… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon